Één Troon, Één Oordeel

door Mike Davies
De troon en het oordeel
In onze generatie worden Bijbelse leerstellingen over het oordeel vaak gebagatelliseerd of verdraaid, met name door een theologisch klimaat dat zich ongemakkelijk voelt bij de vrees voor God. In veel kerken van vandaag zijn leerstellingen over goddelijke gerechtigheid afgezwakt, zo niet volledig uitgewist, in een poging om ze acceptabeler te maken. Maar deze vermijding doet ons geen goed. Het Nieuwe Testament gaat het oordeel niet uit de weg: het verklaart het als een centraal onderdeel van de evangelieboodschap. We zijn van iets gered: de komende toorn.
Een belangrijk punt van verwarring, dat naar mijn mening dringend verduidelijking behoeft, is het populaire onderscheid tussen het oordeel voor gelovigen voor de “Bema-troon” en het oordeel voor ongelovigen voor de “Grote Witte Troon”. Hoewel dit model van twee oordelen algemeen aanvaard is in evangelische kringen, blijkt uit een nadere bestudering van de Schrift dat dit onderscheid misschien meer een theologische traditie is dan een bijbels feit.
De troon en het oordeel
In onze generatie worden Bijbelse leerstellingen over het oordeel vaak gebagatelliseerd of verdraaid, met name door een theologisch klimaat dat zich ongemakkelijk voelt bij de vrees voor God. In veel kerken van vandaag zijn leerstellingen over goddelijke gerechtigheid afgezwakt, zo niet volledig uitgewist, in een poging om ze acceptabeler te maken. Maar deze vermijding doet ons geen goed. Het Nieuwe Testament gaat het oordeel niet uit de weg: het verklaart het als een centraal onderdeel van de evangelieboodschap. We zijn van iets gered: de komende toorn.
Een belangrijk punt van verwarring, dat naar mijn mening dringend verduidelijking behoeft, is het populaire onderscheid tussen het oordeel voor gelovigen voor de “Bema-troon” en het oordeel voor ongelovigen voor de “Grote Witte Troon”. Hoewel dit model van twee oordelen algemeen aanvaard is in evangelische kringen, blijkt uit een nadere bestudering van de Schrift dat dit onderscheid misschien meer een theologische traditie is dan een bijbels feit.
Het Nieuwe Testament gaat het oordeel niet uit de weg: het verklaart het als een centraal onderdeel van de evangelieboodschap. We zijn van iets gered: de komende toorn.
Omwille van gewone gelovigen moeten we dit duidelijk maken: de Bijbel leert herhaaldelijk dat er één oordeelsdag is, niet meerdere tronen of verschillende fasen van het oordeel. En dit is belangrijk; niet omdat we de troost van genade willen wegnemen, maar omdat we het volledige gewicht van de waarheid willen handhaven. De genade die ons redt, leert ons ook om godvruchtig te leven met het oog op het komende oordeel. Dit is dus niet alleen een academische kwestie, maar ook een pastorale. Het bepaalt hoe we nu leven.
Het volgende artikel onderzoekt waarom de rechterstoel van Christus en de grote witte troon niet twee afzonderlijke gebeurtenissen zijn, maar twee beschrijvingen van hetzelfde laatste oordeel. Dit is niet alleen een getrouwere lezing van de hele raad van de Schrift, maar ook een meer overtuigende visie op de glorie en definitiviteit van de wederkomst van Christus. Laten we samen naar het bewijs kijken.
De Bema-troon: een nadere beschouwing
Veel christenen wordt geleerd dat er twee laatste oordelen zullen zijn: één voor gelovigen bij de Bema-troon van Christus (om beloningen uit te delen) en één voor ongelovigen bij de Grote Witte Troon (om veroordelingen uit te spreken). Dit idee is populair, maar is het ook echt wat de Bijbel leert?
Het Griekse woord ‘bema’ werd gebruikt om te verwijzen naar een verhoogd platform dat werd gebruikt bij atletiekwedstrijden waar beloningen werden uitgereikt, en deze betekenis is door mensen in de tekst gelezen. Het woord werd echter ook gebruikt om te verwijzen naar een stoel die door een magistraat werd gebruikt bij het vellen van een vonnis. Laten we dan eens kijken naar de belangrijkste passages waarin het woord ‘Bema’ voorkomt, om te zien of de context ons inzicht kan geven in hoe het woord moet worden toegepast:
Romeinen 14:10 – “Wij zullen allen voor de rechterstoel (bema) van God verschijnen.”
2 Korinthe 5:10 – “Wij moeten allen voor de rechterstoel (bema) van Christus verschijnen, opdat ieder ontvangt wat hij verdient voor wat hij in het lichaam heeft gedaan, hetzij goed, hetzij kwaad.”
Deze passages worden vaak onderwezen als verwijzingen naar een apart oordeel voor alleen gelovigen – een oordeel dat gericht is op beloningen, niet op gevolgen. Geen van beide passages zegt echter dat alleen gelovigen daar zullen zijn. In feite suggereren beide een uitgebreide evaluatie van zowel goede als slechte daden.
Laten we ook eens kijken hoe het woord ‘bema’ elders wordt gebruikt:
In Johannes 19:13 zat Pilatus op de bema toen hij Jezus veroordeelde.
In Handelingen 18:12 oordeelde Gallio over Paulus vanaf de bema.
Het is duidelijk dat de bema geen speciaal podium voor beloningen was, maar een rechterstoel. Het was een plek waar beslissingen werden genomen, vaak met ernstige gevolgen. Dus wanneer Paulus de term gebruikt, heeft hij geen goddelijke medailleceremonie voor ogen, maar roept hij een beeld op van nuchtere, openbare verantwoordingsplicht.
Is er echt een apart oordeel voor gelovigen?
Laten we eens kijken naar de populaire aanname dat de rechterstoel alleen voor gelovigen is.
Romeinen 14:10-12 sluit ongelovigen niet uit. Paulus zegt duidelijk dat we allemaal voor deze troon zullen staan, voordat hij Jesaja 45:23 citeert: “Elke knie zal buigen, elke tong zal belijden” - een duidelijk beeld van universele onderwerping aan Christus. Dat klinkt meer als één enkel, allesomvattend oordeel.
2 Korinthe 5:10 zegt: “Wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen”, waar we zullen ontvangen wat ons toekomt voor wat we hebben gedaan – of dat nu goed of kwaad is. Paulus schreef weliswaar aan gelovigen, maar betekent dat automatisch dat anderen niet aanwezig zijn? Dat wordt gewoon niet vermeld. Nogmaals, een eenvoudige lezing zou duiden op één allesomvattend oordeel.
1 Korinthe 3:10-15 spreekt over de werken van gelovigen die door vuur worden beproefd. Ook al zullen sommige werken verbranden, de persoon wordt toch gered. Dit bevestigt dat gelovigen worden geoordeeld, maar nogmaals, er wordt niet gesuggereerd dat dit op een andere dag of voor een andere troon gebeurt. De bewering dat gelovigen en ongelovigen op verschillende tijdstippen zullen worden geoordeeld, is niet gebaseerd op expliciete verzen, maar op een interpretatief kader. Deze benadering leest een complexe tijdlijn van de eindtijd in de tekst en scheidt passages die nooit bedoeld waren om gescheiden te worden.
Het volgende artikel onderzoekt waarom de rechterstoel van Christus en de grote witte troon niet twee afzonderlijke gebeurtenissen zijn, maar twee beschrijvingen van hetzelfde laatste oordeel. Dit is niet alleen een getrouwere lezing van de hele raad van de Schrift, maar ook een meer overtuigende visie op de glorie en definitiviteit van de wederkomst van Christus. Laten we samen naar het bewijs kijken.
De Bema-troon: een nadere beschouwing
Veel christenen wordt geleerd dat er twee laatste oordelen zullen zijn: één voor gelovigen bij de Bema-troon van Christus (om beloningen uit te delen) en één voor ongelovigen bij de Grote Witte Troon (om veroordelingen uit te spreken). Dit idee is populair, maar is het ook echt wat de Bijbel leert?
Het Griekse woord ‘bema’ werd gebruikt om te verwijzen naar een verhoogd platform dat werd gebruikt bij atletiekwedstrijden waar beloningen werden uitgereikt, en deze betekenis is door mensen in de tekst gelezen. Het woord werd echter ook gebruikt om te verwijzen naar een stoel die door een magistraat werd gebruikt bij het vellen van een vonnis. Laten we dan eens kijken naar de belangrijkste passages waarin het woord ‘Bema’ voorkomt, om te zien of de context ons inzicht kan geven in hoe het woord moet worden toegepast:
Romeinen 14:10 – “Wij zullen allen voor de rechterstoel (bema) van God verschijnen.”
2 Korinthe 5:10 – “Wij moeten allen voor de rechterstoel (bema) van Christus verschijnen, opdat ieder ontvangt wat hij verdient voor wat hij in het lichaam heeft gedaan, hetzij goed, hetzij kwaad.”
Deze passages worden vaak onderwezen als verwijzingen naar een apart oordeel voor alleen gelovigen – een oordeel dat gericht is op beloningen, niet op gevolgen. Geen van beide passages zegt echter dat alleen gelovigen daar zullen zijn. In feite suggereren beide een uitgebreide evaluatie van zowel goede als slechte daden.
Laten we ook eens kijken hoe het woord ‘bema’ elders wordt gebruikt:
In Johannes 19:13 zat Pilatus op de bema toen hij Jezus veroordeelde.
In Handelingen 18:12 oordeelde Gallio over Paulus vanaf de bema.
Het is duidelijk dat de bema geen speciaal podium voor beloningen was, maar een rechterstoel. Het was een plek waar beslissingen werden genomen, vaak met ernstige gevolgen. Dus wanneer Paulus de term gebruikt, heeft hij geen goddelijke medailleceremonie voor ogen, maar roept hij een beeld op van nuchtere, openbare verantwoordingsplicht.
Is er echt een apart oordeel voor gelovigen?
Laten we eens kijken naar de populaire aanname dat de rechterstoel alleen voor gelovigen is.
Romeinen 14:10-12 sluit ongelovigen niet uit. Paulus zegt duidelijk dat we allemaal voor deze troon zullen staan, voordat hij Jesaja 45:23 citeert: “Elke knie zal buigen, elke tong zal belijden” - een duidelijk beeld van universele onderwerping aan Christus. Dat klinkt meer als één enkel, allesomvattend oordeel.
2 Korinthe 5:10 zegt: “Wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen”, waar we zullen ontvangen wat ons toekomt voor wat we hebben gedaan – of dat nu goed of kwaad is. Paulus schreef weliswaar aan gelovigen, maar betekent dat automatisch dat anderen niet aanwezig zijn? Dat wordt gewoon niet vermeld. Nogmaals, een eenvoudige lezing zou duiden op één allesomvattend oordeel.
1 Korinthe 3:10-15 spreekt over de werken van gelovigen die door vuur worden beproefd. Ook al zullen sommige werken verbranden, de persoon wordt toch gered. Dit bevestigt dat gelovigen worden geoordeeld, maar nogmaals, er wordt niet gesuggereerd dat dit op een andere dag of voor een andere troon gebeurt. De bewering dat gelovigen en ongelovigen op verschillende tijdstippen zullen worden geoordeeld, is niet gebaseerd op expliciete verzen, maar op een interpretatief kader. Deze benadering leest een complexe tijdlijn van de eindtijd in de tekst en scheidt passages die nooit bedoeld waren om gescheiden te worden.
Waarom geloven zoveel christenen dan in twee oordelen? Deels komt dat voort uit een verlangen om gelovigen gerust te stellen dat we niet veroordeeld zullen worden.
De Bijbel leert één oordeel
Het idee van één enkele dag van oordeel wordt in de hele Bijbel ondersteund:
Johannes 5:28-29 – “waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen en zij zullen eruitgaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis.”
Handelingen 17:31 – God “heeft een dag vastgesteld waarop Hij de wereld in gerechtigheid zal oordelen.”
Romeinen 2:5-10 – God “zal ieder belonen naar wat hij gedaan heeft” – met zowel toorn als heerlijkheid, zoals beschreven in dezelfde passage.
In geen van deze passages wordt er ook maar iets gezegd over meerdere oordeelsdagen. Alle mensen – gered en ongered – worden volgens dezelfde maatstaf en op hetzelfde moment geoordeeld.
Het oordeel over ‘de schapen en de bokken’ in Mattheüs 25:31-46 ondersteunt dit ook. ‘’Alle volken worden voor Christus verzameld en de mensen worden gescheiden op basis van hun reactie op Hem, die blijkt uit hun leven. Nogmaals: één rechter, één troon, één moment van oordeel.’’
Waarom deze verwarring?
Waarom geloven zoveel christenen dan in twee oordelen? Deels komt dat voort uit een verlangen om gelovigen gerust te stellen dat we niet veroordeeld zullen worden. En dat is begrijpelijk – Romeinen 8:1 zegt duidelijk: “Er is nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn.”
Maar het is gevaarlijk om vervolgens te zeggen: “Daarom zullen we niet eens voor dezelfde troon staan als ongelovigen.” Dat zegt de Bijbel nergens. Wat er wel staat, is dat wanneer we voor Christus staan, we dat doen zonder angst voor veroordeling – omdat we in Hem zijn. Maar we zullen nog steeds rekenschap moeten afleggen. Onze werken zullen nog steeds openbaar worden gemaakt (2 Korinthe 5:10, Romeinen 14:12).
Proberen angst te vermijden door een aparte gebeurtenis te creëren, verzwakt juist ons begrip van genade. Genade betekent niet dat oordeel irrelevant is. Het betekent dat we het met vertrouwen in Christus tegemoet kunnen zien, niet met vertrouwen in onszelf.
Openbaring 20 en het Boek des Levens
Laten we terugkeren naar Openbaring 20:11-15, dat vaak wordt geïnterpreteerd als een oordeel dat alleen voor ongelovigen geldt. Maar die visie stuit op problemen. Als er alleen ongelovigen aanwezig zijn, waarom staat er dan dat er boeken (meervoud) werden geopend, waaronder het Boek des Levens? Waarom zou het Boek des Levens worden gecontroleerd als er geen gelovigen aanwezig zijn?
Deze passage beschrijft alle doden die voor God staan, en elke persoon wordt geoordeeld “naar wat hij gedaan heeft”. Degenen wier namen niet in het Boek des Levens staan, worden in de poel van vuur geworpen. De implicatie is dat sommige namen daar wel in staan.
Dit past perfect in het Bijbelse patroon: één oordeel, met twee uitkomsten – leven of veroordeling. Verschillende graden van beloning voor de rechtvaardigen. Verschillende graden van straf voor de goddelozen (Lukas 12:47-48). Maar één troon. Eén rechter. Eén dag.
Het idee van één enkele dag van oordeel wordt in de hele Bijbel ondersteund:
Johannes 5:28-29 – “waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen en zij zullen eruitgaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis.”
Handelingen 17:31 – God “heeft een dag vastgesteld waarop Hij de wereld in gerechtigheid zal oordelen.”
Romeinen 2:5-10 – God “zal ieder belonen naar wat hij gedaan heeft” – met zowel toorn als heerlijkheid, zoals beschreven in dezelfde passage.
In geen van deze passages wordt er ook maar iets gezegd over meerdere oordeelsdagen. Alle mensen – gered en ongered – worden volgens dezelfde maatstaf en op hetzelfde moment geoordeeld.
Het oordeel over ‘de schapen en de bokken’ in Mattheüs 25:31-46 ondersteunt dit ook. ‘’Alle volken worden voor Christus verzameld en de mensen worden gescheiden op basis van hun reactie op Hem, die blijkt uit hun leven. Nogmaals: één rechter, één troon, één moment van oordeel.’’
Waarom deze verwarring?
Waarom geloven zoveel christenen dan in twee oordelen? Deels komt dat voort uit een verlangen om gelovigen gerust te stellen dat we niet veroordeeld zullen worden. En dat is begrijpelijk – Romeinen 8:1 zegt duidelijk: “Er is nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn.”
Maar het is gevaarlijk om vervolgens te zeggen: “Daarom zullen we niet eens voor dezelfde troon staan als ongelovigen.” Dat zegt de Bijbel nergens. Wat er wel staat, is dat wanneer we voor Christus staan, we dat doen zonder angst voor veroordeling – omdat we in Hem zijn. Maar we zullen nog steeds rekenschap moeten afleggen. Onze werken zullen nog steeds openbaar worden gemaakt (2 Korinthe 5:10, Romeinen 14:12).
Proberen angst te vermijden door een aparte gebeurtenis te creëren, verzwakt juist ons begrip van genade. Genade betekent niet dat oordeel irrelevant is. Het betekent dat we het met vertrouwen in Christus tegemoet kunnen zien, niet met vertrouwen in onszelf.
Openbaring 20 en het Boek des Levens
Laten we terugkeren naar Openbaring 20:11-15, dat vaak wordt geïnterpreteerd als een oordeel dat alleen voor ongelovigen geldt. Maar die visie stuit op problemen. Als er alleen ongelovigen aanwezig zijn, waarom staat er dan dat er boeken (meervoud) werden geopend, waaronder het Boek des Levens? Waarom zou het Boek des Levens worden gecontroleerd als er geen gelovigen aanwezig zijn?
Deze passage beschrijft alle doden die voor God staan, en elke persoon wordt geoordeeld “naar wat hij gedaan heeft”. Degenen wier namen niet in het Boek des Levens staan, worden in de poel van vuur geworpen. De implicatie is dat sommige namen daar wel in staan.
Dit past perfect in het Bijbelse patroon: één oordeel, met twee uitkomsten – leven of veroordeling. Verschillende graden van beloning voor de rechtvaardigen. Verschillende graden van straf voor de goddelozen (Lukas 12:47-48). Maar één troon. Eén rechter. Eén dag.
Alle mensen – groot en klein, gelovig en ongelovig – zullen voor Hem verschijnen. En op die dag zal het ertoe doen of onze naam in het Boek des Levens staat geschreven.
Conclusie: een beter beeld van het oordeel
Het idee van twee afzonderlijke oordelen lijkt misschien geruststellend, maar wordt niet ondersteund door het volledige getuigenis van de Schrift. Wat we in plaats daarvan vinden, is een krachtigere waarheid: er is één laatste oordeel, voor één troon, uitgevoerd door één Rechter: Jezus Christus.
Alle mensen – groot en klein, gelovig en ongelovig – zullen voor Hem staan. En op die dag zal het ertoe doen of onze naam in het Boek des Levens staat geschreven. Op basis daarvan zullen onze daden worden beoordeeld – niet om onze redding te bepalen, maar om te onthullen wat ons geloof heeft voortgebracht.
Gelovigen hoeven die dag niet te vrezen, maar we moeten hem ook niet lichtvaardig opvatten. We zullen rekenschap moeten afleggen. Onze werken zullen worden beproefd. Maar we zullen staan gekleed in de gerechtigheid van Christus. En Zijn oordeel zal volmaakt zijn: rechtvaardig, barmhartig en definitief.
Dit is geen boodschap van angst. Het is een oproep om wijs te leven, in gehoorzaamheid te wandelen en onze hoop te vestigen op Degene die zowel redt als oordeelt in volmaakte liefde en waarheid.
Het idee van twee afzonderlijke oordelen lijkt misschien geruststellend, maar wordt niet ondersteund door het volledige getuigenis van de Schrift. Wat we in plaats daarvan vinden, is een krachtigere waarheid: er is één laatste oordeel, voor één troon, uitgevoerd door één Rechter: Jezus Christus.
Alle mensen – groot en klein, gelovig en ongelovig – zullen voor Hem staan. En op die dag zal het ertoe doen of onze naam in het Boek des Levens staat geschreven. Op basis daarvan zullen onze daden worden beoordeeld – niet om onze redding te bepalen, maar om te onthullen wat ons geloof heeft voortgebracht.
Gelovigen hoeven die dag niet te vrezen, maar we moeten hem ook niet lichtvaardig opvatten. We zullen rekenschap moeten afleggen. Onze werken zullen worden beproefd. Maar we zullen staan gekleed in de gerechtigheid van Christus. En Zijn oordeel zal volmaakt zijn: rechtvaardig, barmhartig en definitief.
Dit is geen boodschap van angst. Het is een oproep om wijs te leven, in gehoorzaamheid te wandelen en onze hoop te vestigen op Degene die zowel redt als oordeelt in volmaakte liefde en waarheid.

Mike is oudste in Joshua Generation Church. Hij is getrouwd met Chantal en ze hebben twee dochters. Hij houdt ervan dat mensen worden toegerust om het Koninkrijk van God effectief te dienen door middel van onderwijs en schrijven.
Posted in Artikelen